Keuzes, keuzes. Keuzes, of ze nou groot zijn of klein. Ik heb er altijd al moeite mee gehad. Want wanneer is het mijn intuïtie wat spreekt en wanneer is het mijn brein dat zich ermee bemoeit? Vaak kom ik er pas achteraf achter, wanneer blijkt dat m'n eerste gevoel toch goed zat en dat toch mijn intuïtie bleek te zijn.
De afgelopen tijd speelt er nogal wat. Eigenlijk al langere tijd. Ik weet ergens wel waarom het mis gaat of mis is gegaan. Communicatie is echt het sleutelwoord. Wanneer dat niet meer lukt en je stopt met praten (en dan heb ik het niet over alles om ons heen, of over de koetjes en de kalfjes), dan gaan je gedachten met je aan de haal. Ze gaan invullen voor je, oordelen vellen, beschuldigen. Er wordt een beeld gecreëerd, op basis van aannames.
Praten zou je eigenlijk moeten doen, op momenten dat het rustig is, dat er in principe niet zoveel scheelt. Dan kun je dieper door vragen, over hoe het nou eigenlijk met de ander gaat. En neem dan natuurlijk geen genoegen met een simpele 'goed'. Dat antwoord is voor derden. Voor bijvoorbeeld de buurvrouw die vraagt hoe het met je gaat. Maar met je partner, met wie je elke dag samen leeft en belangrijke taken te vervullen hebt, zoals onder andere het ouderschap, mag je elkaar eigenlijk niet uit het oog verliezen. Maar waarom is dat dan toch zo lastig? Echt diepere gesprekken, diepere connectie maken? Over je binnenwereld? Tuurlijk zit het leven vol met afleidingen! Helemaal als je drie kids hebt, die hebben ook nog zoveel aandacht en zorg nodig. En wanneer je niet meer zo hoeft te zorgen, komen er zorgen, want in de puberteit koppelen ze zich in rap tempo los van jou en loslaten is lastig. Ik wil in verbinding blijven met mijn kinderen. Weten wat er bij hen speelt, weten hoe ik hen kan helpen, bij de dingen waar ze tegen aan lopen. Stimuleren, ondanks hun botsende karakters. Leren en het goede voorbeeld zijn. Maar.... Ben ik dat wel? Zijn we dat wel? We praten niet ECHT namelijk. We zwijgen. We voorkomen. We maken geen ruzie. We hebben dan ook niets om goed te maken. Dat is makkelijker. Draaglijker. Maar niet praten en niet verbinden is als een monster. Een parasiet. Eentje die je van binnen helemaal opvreet. Langzaam en beetje bij beetje... Tot je geen uitweg meer ziet. Tot je het punt gemist hebt, dat punt waarbij je zegt, dit is het moment om er aan te gaan werken, anders gaat het mis en dan is er geen weg meer terug. Wegkijken, dat is makkelijker. Afleiding zoeken, ook veel makkelijker. Met halve onduidelijke woorden spreken. Niet jezelf duidelijk uitspreken, uit angst, angst voor wat er loskomt. Niet meer elkaar écht horen of zien. Niet meer écht luisteren, wat de ander te zeggen heeft. Want in jouw binnenwereld is er al een beeld gecreëerd. Op basis van aannames. Zonder na te vragen of het wel klopt? Want stel, het komt niet zo lekker je mond uit en de ander ziet het als aanval en gaat de verdediging in...
Reactie plaatsen
Reacties